Niet zomaar hr-ketel vervangen
Een installateur die de vraag krijgt om in een appartementencomplex met een CLV-systeem een ketel te vervangen, moet zich eerst flink achter de oren krabben, vinden de fabrikanten. Zomaar een HR++-ketel plaatsen zonder het rookgasafvoersysteem te onderzoeken, is onverantwoord, zeggen ze. Want de installateur is óók verantwoordelijk en aansprakelijk voor het systeem áchter de ketel. Is het rookgasafvoersysteem niet geschikt voor de diep-modulerende hr-ketel die de eigenaar van een appartement graag wil, dan moet je echt ‘nee’ zeggen. ‘Of in elk geval de voorwaarde stellen dat er op korte termijn wel iets ingrijpends moet gebeuren. Door de ketel als tussenoplossing aan te bieden, hoef je iemand niet in de kou te laten zitten en kun je zo snel mogelijk de rookgasafvoer aanpakken. In de tussentijd moet je wel CO-meters ophangen uiteraard’, zegt Fonville. Albert de Wilde van Breman Schoorsteentechniek ziet verbetering optreden in de markt: ‘Gelukkig is er nu de CO-certificering en mag niet Jan en alleman meer aan deze systemen werken. De kennis van collectieve systemen is toegenomen. Installateurs stappen nu ook vaker naar de producent als ze dit soort systemen tegenkomen. Voorheen liepen we vaak achter de feiten aan, dan moesten we achteraf de rommel opruimen. Het gaat nu beter, maar we komen nog steeds situaties tegen waarbij installateurs aan het werk gaan zonder zich er rekenschap van te geven dat ze met een collectief systeem te maken hebben dat eigendom is van de VvE. Er worden gaten in gemaakt en afgedicht, er ontstaat meer weerstand in het systeem, waardoor andere ketels minder goed functioneren.’
De zwakste schakel
Inspecties van het bestaande rookgassysteem doet Breman vooral om in overleg met de opdrachtgever tot een goede oplossingsrichting te komen. Niet om een ongewijzigde installatie voor nog eens vijftien jaar te zegenen. ‘Een camera-inspectie of een lekdichtheidstest is een momentopname. Na vijftien jaar kan het systeem nog best lekdicht zijn, maar dat betekent niet dat het zonder aanpassingen nog eens vijftien jaar mee kan. Net als dat je hartfilmpje prima in orde kan zijn, maar je een hartinfarct krijgt zodra je het ziekenhuis uitloopt.’ De Wilde benadrukt dat de levensduur van welke oplossing dan ook sowieso staat of valt bij de kwaliteit van de verbindingstechnieken. ‘Oude verbindingstechnieken kunnen door diepe modulatie en koude rookgassen toch problemen gaan geven. Zo kunnen afdichtingsrubbers zijn verouderd, losraken of scheuren. Het systeem is zo sterk als de zwakste schakel’, besluit hij.
NPR 3378 geeft spelregels voor hergebruik
In 2017 is de NPR 3378 voor gasinstallaties herzien. Een nieuw deel, blad 45, gaat in op het hergebruik van collectieve rookgasafvoersystemen. Tot die tijd was dat niet specifiek gereguleerd en konden er gevaarlijke situaties ontstaan. Jan Mondria van Mondria Advies & Consulting (gepensioneerd directeur van Breman Schoorsteentechniek) droeg bij aan het opstellen van de NPR. ‘Hergebruik van concentrische CLV-systemen is niet verstandig, tenzij het systeem door deskundigen is geïnspecteerd, de producent zich aansluit bij de bevindingen en het systeem na de voorgestelde aanpassingen weer aantoonbaar geschikt is voor een tweede ketelleven. Praktische voorwaarden voor hergebruik zijn onder meer:
- De rookgasafvoer moet aan de onderzijde afgesloten worden;
- Alle toestellen die uitkomen op een schacht moeten tegelijk worden vervangen; en
- De nieuwe condenserende gasketels moeten zijn voorzien van een terugslagklep die samen met het toestel is gekeurd.
Let op: de richtlijn voor hergebruik geldt alleen voor concentrische CLV-systemen met QA of CE. De NPR benadrukt dat bij andere systemen, zoals inpandige half-CLV-systemen, parallel uitgevoerde CLV-systemen of concentrische CLV-systemen zonder Gastec QA of CE, de veiligheid bij hergebruik onvoldoende te waarborgen is.